Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Vier grootste steden willen 30 kilometer per uur op bijna alle stadswegen en vragen hulp kabinet

De vier grote steden vragen het kabinet en de Tweede Kamer op bijna alle stadswegen een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur in te stellen. De laatste jaren hebben steden zelf deze maximumsnelheid al op steeds meer plekken ingesteld.

en
Fietsers op de Coolsingel, vorige week. Ook de gemeente Rotterdam wil op bijna alle stadswegen de maximumsnelheid verlagen naar 30 kilometer per uur. Dat zou verkeersdoden schelen.Beeld ANP

Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag doen hun oproep in een brief aan het kabinet. De verlaging van de maximumsnelheid zou de wegen veiliger moeten maken. Bovendien willen de steden lichte elektrische voertuigen, zoals e-steps en speed pedelecs, van het fietspad naar de rijbaan dirigeren.

De 30-kilometerweg is al ruim twintig jaar in opmars. Volgens cijfers van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) nam het aandeel 30-kilometerwegen binnen de bebouwde kom tussen 1998 en 2008 toe van 15 tot 70 procent. In het afgelopen jaar besloten onder meer Leiden en Gouda de maximumsnelheid op veel wegen te verlagen van 50 naar 30 kilometer per uur. 

Binnen de vier grote gemeenten geldt op iets meer dan de helft van de wegen momenteel 30 kilometer per uur als maximumsnelheid, schrijven ze. Ongeveer 80 procent van de ongevallen vindt in deze steden plaats op wegen met 50 kilometer per uur als maximumsnelheid.

Veiliger en minder lawaai

Vorige week maakte Amsterdam bekend op meer dan de helft van de huidige 50-kilometerwegen een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur in te voeren. Dat maakt de wegen niet alleen veiliger, het scheelt ook verkeerslawaai, schrijft de gemeente in het persbericht. ‘We willen een stad zijn waarin kinderen veilig naar school fietsen en lopen. En waar ook ouderen met plezier de fiets blijven pakken. Een lagere snelheid helpt daarbij.’

Op niet alle wegen is het voor steden mogelijk zomaar de snelheidsborden te wisselen: op 30-kilometerwegen is het aanleggen van snelheidsremmende middelen, zoals verkeersdrempels en wegversmallingen, op dit moment verplicht. De steden willen de maximumsnelheid op grote verkeersaders kunnen verlagen zónder deze maatregelen, zodat hulpdiensten nog altijd op tijd ter plaatse kunnen zijn. 

Aanzienlijk minder verkeersdoden

Volgens de SWOV levert een verlaging van de snelheid tot 30 kilometer per uur ‘een aanzienlijke veiligheidswinst’ op. In 2020 kwamen 610 mensen om in het verkeer. Het grootste deel van de dodelijke verkeersongelukken vond plaats op 50-kilometerwegen binnen de bebouwde kom: ruim een kwart.

Als op de helft van de 50-kilometerwegen voortaan een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur gaat gelden en mensen zich ook aan die limiet houden, daalt het aantal verkeersdoden en -gewonden binnen de bebouwde kom met 22 tot 31 procent. 

Nadelen van de maatregel zijn een slechtere doorstroming en reistijd voor gemotoriseerd verkeer en een afnemend rijcomfort. Uit ruwe berekeningen van de SWOB blijkt dat de reistijd bij een verlaging van de snelheidslimiet naar 30 kilometer minstens 4 tot 8 minuten kan oplopen bij ritten van 5 tot 10 kilometer binnen de stad. De gemeenten menen dat de veiligheidswinst daar tegenop weegt.

Openbaar vervoer

De stadsvervoerders GVB, HTM en RET, uit Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, kijken er anders tegenaan. Volgens hen wordt het OV onaantrekkelijker als ritduur toeneemt, terwijl het OV juist moet groeien om de steden leefbaar te houden.

De stadsvervoerders roepen de gemeenten daarom op om het OV uit te zonderen van de 30 kilometerlimiet waar de verkeersveiligheid het toelaat. Daar waar ook het OV aan de nieuwe snelheidslimiet moet geloven, vragen de stadsvervoerders om gerichte maatregelen, zoals extra busbanen om het tijdsverlies te beperken, en financiële compensatie.

Ook elders in Europa leggen steden steeds strengere snelheidsbeperkingen op. Zo besloot Parijs afgelopen zomer de snelheid in vrijwel de hele stad te verlagen naar 30 kilometer per uur. Alleen de Champs-Élysées en enkele andere grote straten blijven voorlopig uitgezonderd van de regel.

Het verlagen van de maximumsnelheid is niet de enige maatregel waarmee steden het verkeer veiliger proberen te maken. Eind september werd bijvoorbeeld duidelijk dat Utrecht, in navolging van Amsterdam, een helmplicht voor snorfietsers instelt. Bovendien zijn ze in grote delen van het centrum verplicht om op de rijbaan te rijden, in plaats van op het fietspad. Ook in de stad Brussel is sinds dit jaar 30 kilometer per uur de norm, toegangswegen uitgezonderd.